Zoutelande werd verdedigd door twee steunpunten, vernoemd naar de opera’s ‘Meistersinger’ en ‘Lohengrin’ van de componist Richard Wagner. In de duinen van Zoutelande liggen een personeelsbunker (type 502) en een observatiebunker (type 143) die tot het Stützpunkt Lohengrin behoorden. In beide bunkers is het Bunkermuseum Zoutelande gevestigd.
Het personeelsonderkomen heeft de officiële benaming Regelbau 502 Doppelgruppenunterstand. Het was een bunker voor 20 soldaten. De wanden en het dak zijn twee meter dik, waardoor deze bunker de inslag van een zware bom kon weerstaan.