Aan de landzijde van de vesting Vlissingen werd een verdedigingslinie ingericht bestaande uit een tankgracht met daarachter geschutsbunkers voor mitrailleur en antitankgeschut. Dit zogeheten Landfront Vlissingen is nog grotendeels intact en 10 jaar geleden aangewezen als beschermd rijksmonument. Als laatste onderdeel van het Landfront werd in de Schorerpolder bij Ritthem een tankmuur gebouwd, die was voorzien van drie kanonkazematten voor antitankgeschut. Deze bunkers waren van een uiterst zeldzaam ontwerp en voorzien van een 22cm dik pantserstalen dak in plaats van het gebruikelijke twee meter dikke gewapend betonnen dak. Daarmee had de bunker een zeer laag silhouet en was dus goed te camoufleren.
Om het eiland Walcheren te inunderen (opzettelijk onder water zetten) en zo de Duitse logistiek te verstoren en het Landfront uit te schakelen, werden in oktober 1944 de dijken gebombardeerd. Om te zorgen dat de Schorerpolder droog bleef, werd de bunker door de Duitsers onder de grond gewerkt. Pas in 1990 werd de bunker gevonden en met veel liefdewerk toegankelijk gemaakt als eerste Duitse bunker in Nederland.